Vademecum Internationalisering

Internationalisering buitenlandse zusters

Waartoe dit vademecum?

De afgelopen decennia hebben verschillende religieuze instituten in Nederland buitenlandse medereligieuzen uitgenodigd om hier een bijdrage te leveren aan de missie van hun instituut. Ook heeft een aantal relatief jonge congregaties uit andere delen van de wereld gemeenschappen in Nederland gesticht. Er zijn in Nederland nu rond de 450 buitenlandse religieuzen; ongeveer de helft van hen is van niet-Europese komaf (cijfers uit 2021).

Er zijn veel zaken waar men aan moet denken wanneer men buitenlandse medereligieuzen uitnodigt en ontvangt. Is er genoeg draagvlak en draagkracht om hen te begeleiden? Wat moet er vooraf allemaal geregeld worden aan documenten? Wat zijn de plannen voor de medebroeders of -zusters die naar Nederland komen? Zijn die haalbaar?

De KNR heeft dit vademecum Internationalisering opgesteld ten behoeve van bestuurders van religieuze instituten in Nederland die buitenlandse leden hebben uitgenodigd naar Nederland of dat willen gaan doen. Hiermee wil de KNR relevante informatie en inzichten die de afgelopen decennia zijn opgedaan binnen verschillende religieuze instituten, op overzichtelijke manier beschikbaar stellen. Bij de samenstelling van dit vademecum is gebruik gemaakt van zowel eigen documenten van de KNR (het rapport Kleurrijk Religieus Leven uit 2006 en verslagen van platformdagen Internationalisering Religieuze Instituten) als beleidsdocumenten van verschillende religieuze instituten die een lange weg zijn gegaan in het proces van internationalisering (SVD, CSSp, SSpS, FDNSC). Verder zijn ter voorbereiding interviews gehouden met leden van verschillende instituten: zowel buitenlandse als Nederlandse religieuzen en zowel actieve als contemplatieve religieuzen.

In dit Vademecum Internationalisering verwerkt de KNR dus niet zozeer theoretische kennis, maar vooral de schat aan ervaringen van haar leden. Al gaande hebben instituten, soms door schade en schande, veel geleerd over processen van internationalisering. Het is goed om informatie daarover te blijven delen. Het is tevens goed om te beseffen dat er geen blauwdruk is voor de te volgen koers. Wat voor de ene gemeenschap werkt, werkt niet per se in andere situaties. Internationalisering is mensenwerk, wat betekent dat de manier waarop dingen verlopen sterk afhangt van de betrokken personen, hun persoonlijkheid, talenten, gaven en beperkingen.

Een vademecum als deze is nooit af, omdat zich telkens nieuwe situaties voordoen, nieuwe oplossingen worden gevonden, en soms ook nieuwe problemen zich aandienen. Ook van zaken die niet goed gaan, is veel te leren. Als u iets mist in dit vademecum of iets wil delen, mail dit dan aan: CPR@knr.nl

Wat is Internationalisering?

De KNR spreekt van internationalisering om het proces aan te duiden van religieuze instituten die leden uit andere landen in hun midden opnemen. Daarmee krijgen deze instituten een internationale samenstelling en moeten zij leren omgaan met cultuurverschillen tussen de leden van hun instituut.

Met de term ‘internationalisering’ moeten we overigens een beetje oppassen. Het wordt namelijk gebruikt voor twee verschillende processen. Het wordt in de bovengenoemde zin gebruikt. Maar men spreekt ook wel van internationalisering wanneer verschillende provincies van een religieus instituut worden samengevoegd tot één nieuwe, internationale provincie. Over deze laatste vorm van internationalisering wordt in dit vademecum niet gesproken. Informatie daarover is te vinden in het Draaiboek Voltooiing van de KNR, onder ‘Bestuurbaarheid > paragraaf 9: Statusverandering’.

Internationalisering: teken van en antwoord op globalisering

Internationalisering is geen nieuw fenomeen. Sinds het begin van het religieuze leven speelden multiculturaliteit en internationaliteit een rol. Sommige christenen trokken zich in de eerste eeuwen van onze jaartelling bewust terug uit de steden, die smeltkroezen waren van allerlei culturen, godsdiensten, volkeren en talen. In een verdeelde wereld wilden zij een getuigenis geven van broeder- en zusterschap die scheidslijnen overstijgt.

De uitdaging om onverdeeld het ene lichaam van Christus te vormen, is een rode draad in de geschiedenis van de Kerk en het religieuze leven. In de context van de globalisering die in de 20e en 21e eeuw een hoge vlucht nam, is die uitdaging bijzonder actueel. Mensen reizen veel makkelijker dan vroeger de hele wereld over. Met de huidige communicatiemogelijkheden is het eenvoudig om contacten te onderhouden en op de hoogte te blijven van ontwikkelingen elders in de wereld. In het bedrijfsleven is het normaal om buitenlandse werknemers in dienst te nemen. Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat er religieuzen uit andere continenten naar Nederland komen, als opvolgers van de westerse missionarissen die voorheen naar verre landen vertrokken. Dit sluit ook aan bij het moderne inzicht dat missie op alle continenten plaatsvindt.

Internationalisering is voor lang niet elk religieus instituut een optie. Wel kunnen we als KNR stellen dat de internationalisering van het religieuze leven een belangrijke ontwikkeling is, die mede de toekomst van het religieuze leven in Nederland zal bepalen.