Terugkeer

De ervaring van missionarissen, waar ook ter wereld, is dat men na verloop van tijd verandert, dat men vervreemdt van eigen land en cultuur. Als men op verlof is in eigen land, dan weet men dat het voor een korte tijd is. Men ontmoet familie en vrienden en bereidt zich voor op de komende periode in het buitenland. Maar al tijdens de verlofperiodes ervaart men hoe men niet meer helemaal thuis is in eigen land. Men verstaat de taal, maar toch begrijpt men sommige dingen niet meer. Vaak ervaart men te verkeren tussen twee werelden. Men heeft zoveel niet meegemaakt in het moederland, terwijl men daar tegelijk niet goed terecht kan met het eigen verhaal over wat men meemaakt in het buitenland.

Buitenlandse religieuzen die voor langere tijd in Nederland hebben gewoond, wacht dus een nieuwe cultuurschok bij terugkeer in eigen land. Men is veranderd en in het land van herkomst moet men opnieuw een plek zien te vinden. Veel buitenlandse religieuzen geven aan dat ze in Nederland waardering zijn gaan opbrengen voor de democratische manier van leiding geven, de efficiënte manier van vergaderen, voor de kwaliteit van de inzet in allerlei soorten vrijwilligerswerk, voor het op tijd komen op afspraken, voor de oecumenische houding, voor de directe manier van communiceren, etc. Die bagage neemt men mee naar het moederland.

In het onderstaande worden verschillende aandachtspunten beschreven en worden suggesties gedaan over de manier waarop de overgang tussen het verblijf in Nederland en terugkeer naar eigen land begeleid kan worden.

Besluitvorming om terug te keren

Er gaat meestal een langere periode overheen, voordat het besluit genomen wordt om terug te keren naar het land van oorsprong. Leeftijd speelt daarbij een rol. Als mensen een bepaalde leeftijd hebben bereikt, staat men voor de keuze ofwel in Nederland te blijven, ofwel de laatste levensfase in eigen land door te brengen. Sommige congregaties hebben als vuistregel dat mensen op 75-jarige leeftijd naar het moederland terugkeren. Het kan zijn dat men ervoor kiest hier te blijven en hier te sterven. In dat geval moet gekeken worden naar de regelingen rond de eigen begraafplaats van de orde of congregatie, zodat ook medereligieuzen uit andere landen hier kunnen worden begraven.

Soms lukt het mensen gewoon niet om hier te aarden. Een grove schatting is dat in 20 % van de gevallen het mensen niet lukt om hier hun draai te vinden. Het onderscheidingsproces voorafgaand aan dit besluit kan pijnlijk zijn, voor zowel de buitenlandse religieus als voor leidinggevenden. Voor de buitenlandse religieus kan het besluit voelen als gezichtsverlies. Goede begeleiding is juist ook in dit soort situaties van groot belang. De begeleider kan helpen om het besluit te begrijpen en een plek te geven. Zo kan een zekere wrangheid of verbittering na terugkeer worden voorkomen, of tenminste verzacht.

De provinciale oversten in Nederland en de provincie van oorsprong moeten betrokken worden bij een besluit tot terugkeer. Wees eerlijk en open in de communicatie tussen betrokkenen. In sommige instituten moet ook de algemeen overste worden geïnformeerd en wordt een formeel verzoek tot overplaatsing aan hem of haar gericht.

Voorbereiding van terugkeer

In de periode van voorbereiding op terugkeer:

  • bouwt de betrokken religieus langzaam aan verbintenissen en projecten af en draagt verantwoordelijkheden over aan anderen
  • bereidt de betrokken religieus zich ook in gebed voor op terugkeer; zo ontwikkelt zich een gevoel van toekomstperspectief: waar leidt God mij naar toe?
  • blikt de betrokkene terug op het leven en dienstwerk van de afgelopen jaren
  • spreekt de betrokkene over de gevoelens en emoties die het afscheid oproept met een begripvolle luisteraar
  • denkt de betrokken religieus ook na hoe hij of zij contact wil houden met goede vrienden in Nederland
  • onderkent de betrokkene dat de veranderingen die eraan komen mogelijk stressvol zijn
  • onderhoudt de betrokkene contact (e-mail, telefonisch, sociale media) met de provinciale/regionale overste van het instituut in het land van oorsprong
  • maakt de betrokkene plannen voor een periode van vakantie, rust, retraite en vernieuwingscursussen. De provinciale/regionale overste in het land van oorsprong kan daarover geschikte informatie leveren

Viering van het vertrek

De terugkerende zou zelf een vertrekceremonie kunnen plannen. Tijdens deze ceremonie kan de betrokkene aangeven hoe het verblijf in Nederland hem of haar heeft veranderd en welke persoonlijke gaven men mee terugbrengt naar eigen land.

In deze ceremonie kan de eigen gemeenschap ook een rol hebben door de betrokkene mee te geven wat men van hem of haar heeft ontvangen en de betrokkene symbolisch terug te zenden naar het land van herkomst.

Herintrede

Het is belangrijk dat plaatselijke gemeenschappen naar behoren worden voorbereid om mensen te ontvangen die terugkeren naar eigen land. De oorspronkelijke gemeenschap moet de bijzondere verantwoordelijkheid onderkennen die het heeft om de her-intrede van terugkerenden te vergemakkelijken.

  • Aanpassing aan de ‘nieuwe’ situatie heeft tijd nodig en kan in de eerste periode na terugkeer vergemakkelijkt worden door:
  • de herintrede te vieren. De eigen congregatie, de plaatselijke gemeenschap, de plaatselijke kerk, familie en vrienden verwelkomen de teruggekeerde in een liturgische viering
  • het besef dat vriendschappen en familierelaties opnieuw moeten worden ontwikkeld. Tijdens de afwezigheid van de betrokkenen is zoveel gebeurd dat relaties daardoor ook veranderen
  • ervoor te zorgen dat er mensen zijn die de teruggekeerde vertrouwd kunnen maken met de plaatselijke situatie
  • regelmatig te praten met vertrouwelingen binnen het eigen instituut of iemand die daarvoor wordt aangewezen
  • de teruggekeerde tijd en gelegenheid te gunnen de impact van alle veranderingen te verwerken voordat hij of zij nieuwe verantwoordelijkheden op zich neemt
  • cursussen te volgen, een venieuwingstijd in te lassen om een veranderd zelfverstaan, een veranderd wereldbeeld, veranderd kerkbegrip en veranderde spiritualiteit te integreren
  • contact op te nemen met anderen die een soortgelijke overgang hebben meegemaakt. Het kan goed zijn sessies te organiseren voor teruggekeerde missionarissen: samen herinneringen ophalen, verhalen vertellen die goed verstaan worden, ervaringen uitwisselen met mensen die begrijpen waar men het over heeft.

Als de teruggekeerde zich weer redelijk heeft aangepast aan de eigen cultuur is het mooi wanneer hij of zij ervaringen op een of andere manier deelt met provincie/kerk/samenleving van oorsprong. Ook is het voor de mensen die men in Nederland achterlaat, fijn om van de teruggekeerde te horen hoe hij of zij terugkijkt op het verblijf in Nederland. Zie ook de bijlage
De ervaring van een teruggekeerde buitenlandse missionaris

Conclusies en aanbevelingen

  • Voor een proces van onderscheiding over terugkeer is tijd, rust en begeleiding nodig.
  • Zorg in ieder geval voor goede begeleiding wanneer het besluit valt een medebroeder of -zuster uit het buitenland voortijdig terug te sturen, omdat de missie hier om wat voor reden ook niet lukt. Een begeleider kan helpen om het besluit te begrijpen en een plek te geven.
  • Bedenk tijdig of buitenlandse medereligieuzen hun laatste levensfase in Nederland doorbrengen of in het thuisland. Wat zijn de consequenties voor de betrokkene? Wat moet de orde of congregatie in Nederland regelen in het ene of andere geval?
  • Geef degene die terugkeert tijd en ruimte om zich niet alleen praktisch, maar ook mentaal voor te bereiden op terugkeer.
  • Het kan mooi en passend zijn om een vertrekceremonie voor te bereiden voor de terugkerende, waarin hij of zij terugblikt op het verblijf in Nederland en anderen meegeven wat men van hem of haar heeft ontvangen.
  • Bespreek met de provincie van oorsprong de ontvangst van de medereligieus die terugkeert en wat men daar kan doen om de her-intrede te vergemakkelijken.