Missiebrief ‘Geroepen tot verbondenheid’

Missie in Nederland. Buitenlandse missionarissen zetten zich in voor voedselhulp in coronatijd
Missie in Nederland. Buitenlandse missionarissen zetten zich in voor voedselhulp in coronatijd

Buitenlandse missionarissen in Nederland en bevlogen jongeren die samen werken aan verbondenheid. Dat is de toekomstvisie van het Beraad Missionarissen in Nederland (BEMIN). Ter gelegenheid van zijn tienjarig bestaan presenteert BEMIN een nieuwe missiebrief waarin de oproep tot verbondenheid centraal staat. Deze missiebrief werd vrijdag 21 mei officieel worden aangeboden aan abt Bernardus Peeters, voorzitter van de Konferentie van in Nederland gevestigde Religieuzen.

Missionarissen treffen bij aankomst in Nederland een sterk gepolariseerde samenleving en kerk aan. Ze willen graag getuigen van het evangelie op een wijze die eigen is aan hun cultuur en vinden daarbij vooral aansluiting bij jongeren. De belangrijkste missionaire uitdaging van deze tijd is verbondenheid tot stand te brengen: verbondenheid met God, met medemensen en met de schepping.

Jongeren kunnen daarin een sleutelrol vervullen denkt BEMIN. Ze zijn in de jachtige samenleving van nu vaak op zoek naar rust en zingeving, en/of zetten zich juist actief in voor sociale gerechtigheid en heelheid van de schepping. Ze hebben zich vaak zelf het geloof en de christelijke idealen eigen gemaakt en drukken die ook makkelijker in woorden uit dan de generatie van hun ouders. Sommige jongeren kiezen heel bewust voor een christelijke levenswijze en voelen een natuurlijke verbondenheid met buitenlandse missionarissen.

Gespreksvragen

Naar aanleiding van de brief nodigt BEMIN kerkelijke groepen en religieuze gemeenschappen uit om zich te bezinnen op hun missie. De Missiebrief biedt daarvoor genoeg stof tot nadenken. BEMIN heeft voor deze bezinning in een tweetal bijeenkomsten een aantal gespreksvragen opgesteld.

De gespreksvragen zijn bedoeld om mensen te laten vertellen over hun ervaringen en over hoe ze daardoor zijn geraakt. Het is de taak van de gespreksleider om de uitwisseling hierover te stimuleren en te vermijden dat het gesprek een uitwisseling van meningen wordt. Een gesprek op het niveau van de ervaring is veel vruchtbaarder. Nodig bij de eerste bijeenkomst elke deelnemer uit te vertellen wat hem of haar beweegt deel te nemen. Geef daarna een kort overzicht van de thema’s die worden besproken.

De gespreksvragen dienen als beginpunt van het gesprek. Elke deelnemer deelt ervaringen of gedachten. Men hoort elkaars verhalen. Daarna kan men gezamenlijk spreken over mogelijke stappen om de ‘missie van verbondenheid’ in de praktijk te brengen.

Tien jaar BEMIN

BEMIN ontstond tien jaar geleden als denktank. Doel was na te denken over de situatie van buitenlandse missionarissen die naar Nederland kwamen. Intussen is BEMIN uitgegroeid tot een platform dat wordt ondersteund door religieuze instituten in Nederland en het Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen (NIM). BEMIN wil buitenlandse missionarissen steunen door hen in te leiden en te helpen bij hun leven hier. Dit gebeurt onder meer door ontmoetingen en een cursusprogramma’s rond thema’s als: relatie tussen religie, staat en maatschappij in de Nederlandse geschiedenis, secularisatie, en Nederland als post-christelijk land. Op dit moment werken zo’n 450 buitenlandse missionarissen in Nederland. Velen van hen zijn actief in het (migranten-) parochiepastoraat en diaconale projecten.