Interview met frater Broer Huitema, bestuurslid van de Vereniging van Religieuze Leefgemeenschappen
Frater Broer Huitema is bestuurslid van de Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen en woont zelf in de Communiteit Eleousa, waar fraters samen met leken samenleven. In een interview vertelt hij over de vereniging, zijn betrokkenheid hierbij en bij andere nieuwe vormen van religieus leven
Het is koffietijd wanneer ik aanbel bij het moderne wooncomplex van de Communiteit Eleousa, op het prachtige terrein van het voormalige klooster van de fraters cmm in Vught. Vanaf de woonkamer heb je een mooi uitzicht op de tuin van het kloosterhotel ZIN, een plek die mensen inspiratie biedt om na te denken over de persoonlijke en maatschappelijke betekenis van werk. Aan tafel zitten drie fraters en twee medewerksters gezellig aan de koffie. Het is duidelijk dat op deze plek openheid en gastvrijheid hoog in het vaandel staan. Even later spreek ik op de bovenverdieping met Broer Huitema over zijn betrokkenheid bij nieuwe religieuze gemeenschappen. En passant hoor ik dat de ruimte waar ons gesprek plaatsvindt het kantoor is van de Beweging van Barmhartigheid.
Hoe ben je betrokken geraakt bij de Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen?
Marius Buiting, destijds voorzitter van de Beweging van Barmhartigheid, was actief binnen het netwerk van religieus geïnspireerde leefgemeenschappen. Hij kwam met het initiatief om twee maal per jaar ontmoetingen te organiseren tussen de gemeenschappen. Ik nam daar als lid van de Communiteit Eleousa aan deel. De Vereniging is een paar jaar later opgericht om wat meer structuur aan te brengen in de onderlinge contacten. Marius werd voorzitter en vroeg mij om bestuurslid te worden. Ik heb ‘ja’ gezegd, want ik vind het boeiend dat er de afgelopen decennia zoveel nieuwe vormen van religieus gemeenschapsleven zijn ontstaan.
Ki Tov
Zelf was ik ook vanaf het begin sterk betrokken bij Ki Tov, een leefgemeenschap van jonge mensen in Utrecht. Ze wonen in een voormalig pand van onze congregatie. Toen dat huis leegkwam, moesten we als generaal bestuur een beslissing nemen: verkopen of een nieuwe bestemming geven die past bij onze traditie. Het werd dat laatste. Via via kwam ik in contact met een groep jonge mensen die de ervaring van dagelijks gebed hadden opgedaan in Taizé en verlangden naar een gemeenschap om die ervaring gezamenlijk voort te zetten. In 2005 ging Ki Tov (Hebreeuws voor: wat goed!) van start met vier mensen. Dat aantal groeide in de loop der jaren uit tot een kerngroep van tien mensen, met daarnaast ook steeds zeven of acht studenten die tijdelijk meeleven. Twee maal per dag is er een gemeenschappelijk gebed.
Ik merk dat voor de leden van Ki Tov hun band met onze congregatie wel wat betekent. Ik weet dat niet alleen bij Ki Tov, maar ook bij sommige andere nieuwe gemeenschappen religieuzen, zeker in de beginperiode, vaak een belangrijke rol hebben gespeeld, bijvoorbeeld in de Hooge Berkt in Bergeijk of de Wonne in Enschede. Wat ook speelt is dat nogal wat religieuzen in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw zelf op zoek gingen naar nieuwe vormen van gemeenschap en op die manier betrokken raakten bij dit soort initiatieven.
Oecumenische basis
Veel gemeenschappen die ik ken zijn heel oecumenisch. Zijn er onder de leden van de Vereniging ook gemeenschappen met een strikt katholieke identiteit?
Nee, het verlangen naar religieus gemeenschapsleven leeft toch vooral in de protestantse wereld. Oecumene was heel belangrijk voor de oudere gemeenschappen, die veertig of vijftig jaar geleden van start gingen, zoals de Hooge Berkt of de Nikola-communiteit in Utrecht. De nieuwere gemeenschappen trekken voornamelijk mensen met een protestantse achtergrond, maar wel met een grote oecumenische openheid. Er zijn in de katholieke hoek wel enkele gemeenschapsinitiatieven, maar die zijn vooral van behoudende signatuur en geen lid van onze vereniging. De ongeveer zeventig gemeenschappen die nu lid zijn, hebben bijna allemaal een oecumenische basis.
Zoeken naar nieuwe vormen van verbondenheid
Wat bewoog jullie congregatie tot nieuwe initiatieven als de Beweging van Barmhartigheid, ZIN en Eleousa?
Voor ons is van belang dat we al vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw heel concreet op zoek gingen naar nieuwe vormen van verbondenheid, waarbij onze spiritualiteit van barmhartigheid en broederschap een belangrijke rol speelt. We hebben nooit gekozen voor puur een traject van afbouw. Confraters als Wim Verschuren en Harrie van Geene hebben diepgaand studie gedaan naar de pijlers van onze spiritualiteit en daarover ook gepubliceerd. Dat was een belangrijk onderdeel van onze zoektocht naar hedendaagse manieren om ons religieus leven vorm te geven. Vraag was: wat kunnen wij betekenen voor de samenleving nu onderwijs niet langer onze core business is? Wat bindt ons dan samen als gemeenschap en hoe kunnen we dat verbreden? Deze zoektocht leidde tot verschillende initiatieven. Zoals de Beweging van Barmhartigheid, het kloosterhotel ZIN, en dus ook nieuwe gemeenschapsvormen zoals Eleousa. Het gaat niet om een overlevingsstrategie van onze congregatie, maar echt om het delen van onze spiritualiteit met anderen. Dat zie ik als een onderdeel van onze missie voor vandaag.
Hoe is het om in een gemengde communiteit te leven als Eleousa?
Toen we 23 jaar geleden van start gingen was er een kerngroep van fraters. Maar van meet af aan stonden we open voor leken, zowel mannen als vrouwen. Soms is er niemand van buiten onze congregatie in onze gemeenschap, en dan dienen zich toch weer mensen aan. Het heeft iets toevalligs. Vaak zijn het relatief jonge mensen. Sommigen blijven jaren, anderen blijven niet zo lang. Het is wel altijd zoeken hoe je elkaar vindt in de gemeenschap. Mensen die zich bij ons aansluiten moeten zich thuis voelen in onze structuur van samen bidden en samen eten. Als mensen dat niet kunnen meemaken, vertrekken ze ook weer gauw.
Het samenleven met anderen in deze gemeenschap vitaliseert ons leven als religieuzen, het houdt ons volop betrokken bij wat er in de samenleving gebeurt. Ook fijn is dat Niek, mijn jongste medebroeder, hier in een gemeenschap leeft met mensen van ongeveer zijn leeftijd.
Toekomst religieus leven
Hoe kijk je naar de toekomst van religieus leven in Nederland, zowel klassiek als nieuw?
Ik ben reëel genoeg om te weten dat onze vorm van religieus leven waarschijnlijk alleen maar zal afnemen. Maar het is boeiend en mooi om te zien dat mensen op zoek zijn en blijven naar geestelijke verdieping en dat willen doen in de context van een gemeenschap die breder is dan alleen het individu of het gezin. Voor mij is daarbij van wezenlijk belang dat de nieuwe religieuze gemeenschappen een gezamenlijk doel hebben en dat het niet alleen gaat om de onderlinge banden van vriendschap.
Ik vind het opvallend dat het aantal nieuwe gemeenschappen de laatste jaren is toegenomen. Daarnaast zie ik ook dat er nieuwe woonvormen ontstaan met gemeenschappelijke ruimtes; niet per se religieuze gemeenschappen, maar bijvoorbeeld vaak wel op basis van een gemeenschappelijke zorg om het milieu. Ik bespeur daarin een beweging die tegen de stroom ingaat van een te sterk geïndividualiseerde samenleving.
Ik hoop dat deze beweging toekomstbestendig is. Je hoort hier en daar wel dat gemeenschappen het moeilijk hebben, dat er geen nieuwe aanwas is. Ik denk dat wij als Elesousa het voordeel hebben dat we kunnen steunen op een structuur die voorgegeven is. De meeste nieuwe religieuze gemeenschappen ontberen dat. Dat maakt hen, denk ik, wat kwetsbaarder dan klassieke gemeenschappen van religieus leven.
Misschien moeten we accepteren dat gemeenschappen komen en gaan. Maar ik geloof wel dat de beweging gaande blijft. Er zullen altijd weer gemeenschappen ontstaan. De vorm die deze krijgen, zal iedere keer weer veranderen.
Meer informatie
Vereniging Religieuze Leefgemeenschappen:
25 jaar Beweging van Barmhartigheid