“De aanwezigheid van verschillende dominicaanse takken is een rijkdom.”

Terwijl het klassieke religieuze leven afneemt in Nederland, zijn er de afgelopen decennia veel nieuwe religieuze gemeenschappen ontstaan. Dat leken zich verbonden voelen met een religieuze gemeenschap, is een gegeven dat bijna zo oud is als het religieuze leven zelf. Al kort na de stichting van de orde van dominicanen ontstond ook een derde orde van leken. In 1999 heeft de lekentak van de dominicaanse familie in Nederland een vorm gekregen die past bij deze tijd. Daarbij hoort een gelijkwaardige omgang tussen religieuzen en leken. Vanuit de eigen levenswijze dragen de verschillende takken bij aan de dominicaanse aanwezigheid. En dat is verrijkend, merkt René Dinklo o.p.

René Dinklo dominicaan

René Dinklo

Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland

“Je bent net op tijd om dit klooster nog te zien,” zegt René Dinklo, vicaris van het Nederlands vicariaat van de dominicanen, zodra ik arriveer in het Convent van de H. Maria in Berg en Dal. Het provincialaat (en later vicariaat) van de dominicanen is sinds 1996 gevestigd in dit statige pand net buiten Nijmegen. “Het klooster wordt verkocht,” legt  René uit. “Deze zomer verhuis ik naar de communiteit van jongere medebroeders in Rotterdam.”

Loslaten en iets nieuws beginnen, is ook de rode draad in het gesprek dat volgt. Directe aanleiding is het 25-jarig jubileum van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland (DLN). Het gaat goed met deze gemeenschap. Ze begon met negentien leden, maar is nu uitgegroeid naar ruim zestig leden.

 

Nieuwe dominicanen

De afgelopen tien jaar hebben zich ook jonge medebroeders aangesloten bij de dominicanen. Hoe duidt je die nieuwe belangstelling voor het religieuze leven?

“Ik vind het nog te vroeg om met antwoorden te komen. Het gaat, denk ik, om een combinatie van factoren. In de geschiedenis van het religieuze leven in Nederland was er een tijd dat er veel religieuzen waren. In 1959 waren er bijvoorbeeld 600 Nederlandse dominicanen. Maar vlak erna begon er in Nederland een tijd van grote culturele veranderingen waardoor het religieuze leven in het slop kwam te zitten. Ik heb het idee dat er in die tijd ook onder religieuzen zelf wat twijfel ontstond over de voortgang van het klassieke religieuze leven. Die twijfel maakte het voor jongeren niet aantrekkelijk om in te treden. Dat de afgelopen jaren jonge mensen toch die stap weer hebben gemaakt, heeft denk ik te maken dat zij de waarde hebben ontdekt van het klassieke religieuze leven. Deze biedt een duidelijke identiteit waar sommigen zich wel bij voelen. Ik denk dat sociale media ook een rol hebben gespeeld: mensen kunnen ons makkelijker vinden dan voorheen.”

Groei Dominicaanse Lekengemeenschap

De Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland bloeit en groeit. Heeft dat ook te maken met een hernieuwde belangstelling voor het religieuze leven?

“In bepaalde opzichten zijn er parallellen. In haar hoogtijdagen telde de derde orde veel leden. Maar ook dat liep af in de jaren ’60. Ergens in de jaren ’80 ontstonden weer groepen van dominicaans georiënteerde leken, die bijeen kwamen in Regionale Dominicaanse Familiegroepen. Maar deze hadden binnen de wereldwijde orde geen kerkrechtelijke positie. Toen kwam  de gedachte op om de officiële dominicaanse lekenbeweging opnieuw in het leven te roepen. Maar wel vanuit een nieuw élan, met een duidelijke identiteit en vanuit een gelijkwaardige positie binnen de dominicaanse familie. Lekendominicanen delen in de missie van de orde om in woord en daad het Evangelie te verkondigen. De groep heeft nu een duidelijk gezicht gekregen en internationaal gezien ook een positie.”

Identiteit

Je lijkt nadruk te leggen op een duidelijke identiteit.

“Ja, zeker. De lekendominicanen hebben daarin wel een zoektocht afgelegd. In de beginjaren hoorde je ze nog wel eens zeggen dat zij de erfgenamen waren van de dominicanen in Nederland. Met andere woorden: de broeders sterven uit en wij nemen het over. Daar is men wel op teruggekomen. Er leeft onder lekendominicanen nu een duidelijk besef dat ze professie doen in een orde, maar vanuit hun status als leken. Juist dat geeft hen een eigen identiteit en zo kunnen ze een eigen inbreng hebben.

De dominicaanse familie kent verschillende takken: broeders, monialen, apostolisch levende zusters en lekendominicanen. Juist de aanwezigheid van al die takken ervaren wij als een rijkdom. Hoe meer de verschillende takken met elkaar optrekken, hoe rijker de Dominicaanse aanwezigheid is.”

Verschillende takken als verrijking

Kan je voorbeelden van die verrijking noemen?

“Een voor de hand liggend voorbeeld: als een broeder preekt is dat anders dan wanneer een dominicaanse leek preekt die moeder is. Vrouwelijke gelovigen vinden het prettig wanneer ze zich kunnen identificeren met een getrouwde vrouw. Zij preekt vanuit die ervaring – die anders is dan het ervaringskader van celibatair levende religieuzen – en dat is natuurlijk verrijkend.

Maar we hebben elkaar in Nederland gewoon ook echt nodig voor de voortgang van onze dominicaanse projecten. Sommige kosten veel geld. Dan kunnen broeders of zusters financieel bijdragen, terwijl leken hun inzet in uren daar tegenover stellen. Ook werken we vanuit de verschillende takken samen aan grotere zichtbaarheid. Zo hebben we een aantal jaren terug het initiatief genomen om dominicanen en cabaretiers aan elkaar te koppelen, zodat een avondvullend programma ontstond. Ook dat was een samenwerkingsproject van broeders, zusters en lekendominicanen.”

Je sprak over vrouwelijke leken die preken. Dat is nu natuurlijk een actueel thema in de kerk. Biedt de dominicaanse familie ruimte die in de kerk ontbreekt?

“Af en toe wel. We zoeken in Nederland enerzijds naar ruimte door kerkelijke regels ruim te interpreteren. Het gaat er uiteindelijk om hoe iemand zijn geloof als dominicaanse leek wil vormgeven. We stemmen dit soort zaken wel zoveel mogelijk af binnen de orde. Anderzijds zijn er regels die knellen, maar die je niet kan veranderen. Zo kunnen protestanten officieel geen professie doen. Zij kunnen wel deel uitmaken van de DLN, maar met een eigen status.”

Toekomst

Hoe zie jij de toekomst van de dominicaanse familie in Nederland?

“Voordat ik intrad werkte ik als beleidsambtenaar en moest visie en beleid uitwerken om ontwikkelingen in banen te leiden. Als religieus sta ik daar heel anders in. De toekomst ontvouwt zich aan ons. Ik vertrouw erop dat God daarin werkzaam is. In 2010 had ik niet kunnen bedenken dat ik in 2024 zou gaan wonen in een nieuwe communiteit waar ik de oudste medebroeder zou zijn. Hoe dingen zich ontwikkelen, weten we vaak niet.”

In gesprek met een van de lekendominicanen

Nikki Apeldoorn lekendominicaanEind 2023 kende de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland 57 leden. Leken die zich aansluiten bij de DLN gaan een vormingstraject in dat drie jaar duurt. Op 27 oktober 2024 doen vijf aspirant-leden hun tijdelijke gelofte in het klooster van Huissen. Een van hen is Nikki Apeldoorn (35). In een periode dat ze als jongvolwassene vrijwilligerswerk deed in Guatemala, kwam ze in contact met een congregatie van zusters dominicanessen die het leven delen van armen en zich met hen inzetten voor een rechtvaardige samenleving. Ze leefde als novice enkele jaren bij de zusters, maar voelde uiteindelijk dat dit leven niet helemaal bij haar paste. Terug in Nederland sloot ze zich aan bij de Catholic Workergemeenschap in Amsterdam Zuidoost, waar ze samenwoont met ongedocumenteerde vluchtelingen. De dominicaanse roeping liet haar echter niet los. Ze was daarom opgetogen toen ze op het spoor kwam van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland. In het kort vertelt ze over haar motivatie om zich aan te sluiten bij de DLN.

Dominicaans zaadje gepland

“Het voelde alsof ik door kon gaan op de weg die ik eerder was ingeslagen. Het dominicaanse zaadje dat in Guatemala is geplant, lijkt bij de DLN goed te kunnen groeien. De dominicaanse traditie helpt mij om mijn weg te vinden in deze mooie, maar vaak ook verwarrende wereld en attent te zijn op de tekenen van de tijd in mijn zoektocht naar rechtvaardigheid en vrede en zorg voor de aarde. Ik ervaar het als betekenisvol om in eenvoud te mogen leven in dienst van de waarheid, terwijl we samen blijven zoeken en onderscheiden hoe die waarheid in dienst staat van het leven, al het leven.

Stemmen uit de marge laten horen

Ook in mijn studie ecofeministische theologie en mijn dagelijkse activisme speelt de dominicaanse spiritualiteit een rol, juist ook omdat de dominicaanse zusters in Guatemala mij voor het eerst mee de straat op namen om onze stem te laten horen en de gevestigde orde te verstoren.

De dominicanen zijn predikers en voor mij betekent prediken vooral op zoek te gaan naar de stemmen en perspectieven uit de marge, die te vaak niet gehoord worden. En juist die dan een stem te geven. Ik bid dat ik open mag blijven voor de geest van de Ruach in mijn proces van verdere onderscheiding en dat ik dat mag doen in, vanuit en samen met de gemeenschap van de DLN.”

Meer informatie

Meer informatie over de dominicanen en de dominicaanse lekenbeweging:

Lees meer verhalen over nieuwe vormen van religieus leven