Het Vlaamse weekblad Tertio besteedt deze zomer aandacht aan onderlinge solidariteit in de maatschappij. In nummer 1.221-1.222 van 5 juli jl. stond het werk van de solidariteitsfondsen van de Nederlandse religieuzen centraal. Een mooi interview met Janneke Doe en Jeroen Crajé, ambtelijk secretarissen van resp. KNR-PIN en KOS.
KNR-PIN staat voor Projecten in Nederland. Het is het fonds van waaruit de religieuzen allerlei projecten in Kerk en maatschappij in Nederland ondersteunen. KOS, staat voor onderlinge solidariteit. Meer draagkrachtige religieuze instituten geven hiermee financiële ondersteuning aan andere instituten die zelf de middelen niet hebben voor bijvoorbeeld grote verbouwingen of toekomstgerichte projecten. Ook is er de laatste jaren steun gegeven vanwege het wegvallen van inkomsten uit bijvoorbeeld gastenverblijven door corona en vanwege hoge energielasten.
Voortzetting van het apostolaatswerk
Janneke Doe vertelt over het ontstaan van KNR-PIN: “Verschillende religieuze instituten in Nederland ontvingen heel veel aanvragen voor subsidie van allerhande initiatieven en projecten. Zij kwamen naar de KNR met de vraag hoe ze konden weten of die projecten en organisaties wel deugen. Ze hadden niet de tijd en de deskundigheid om dat zelf te beoordelen, en zo is onze dienstverlening ontstaan.” Van de ongeveer 170 religieuze instituten die lid zijn van de KNR, doen er ruim 95 mee met KNR-PIN en vrijwel evenveel met KOS. Zij geven zelf aan hoeveel zij per jaar beschikbaar willen stellen. Dat kunnen bedragen zijn die variëren van enkele tienduizenden tot misschien € 100,–. Maar gezamenlijk dragen de religieuzen zo bij aan projecten die ze belangrijk vinden.
Janneke Doe: “De schenkingen gebeuren allemaal in alle bescheidenheid en om de wereld beter te maken. Onze donateurs willen mee bouwen aan een wereld waar plaats is voor iedereen, en dat vanuit het evangelie en hun religieuze levenskeuze. Via KNR-PIN kunnen ze hun apostolaatswerk verderzetten, ook wanneer ze het zelf fysiek niet meer kunnen. Hun schenkingen reduceren tot een pure gift van geld doet geen recht aan wat ze voor de PIN doen.”
Passen bij het charisma
Alle projectaanvragen die binnenkomen worden beoordeeld door een van de vijf adviseurs en de werkgroep KNR-PIN, die voor het grootste deel uit religieuzen bestaat. “Voor ons is het belangrijkste criterium: hoe kijken de religieuzen naar zo’n project of organisatie? Herkennen zij zichzelf daarin? De projecten moeten passen bij het charisma van de religieuzen zelf en bij de traditie waarin zij zich altijd hebben ingezet voor Kerk en maatschappij, vanuit de evangelische waarden van vrede, gerechtigheid en verzoening. Die link moet er daadwerkelijk zijn. Daarnaast moeten de projecten vraaggericht zijn, beperkt in de tijd, voldoende transparant, uitgaande van een gezonde organisatie en gedragen door vrijwilligers.”
Noden van de tijd
“We richten ons met name op kleine initiatieven. Ook dat past in de traditie van de religieuzen: zij beginnen ergens waar de nood hoog is en waar niemand anders zich om die nood bekommert. Ze springen in dat gat en daar ontwikkelen ze iets dat gaandeweg uitgroeit tot iets groters. Vanuit die gedachte zoekt KNR-PIN projecten te ondersteunen die eveneens nieuw en vernieuwend zijn en die ook in zo’n gat gesprongen zijn. De thema’s variëren met het veranderen van de tijdgeest: nu is armoedebestrijding een hot item, tien jaar geleden was dat de crisis in de opvang van vluchtelingen.”
Structurele oplossingen
KNR-PIN doet meer dan alleen het geven van geld. In samenwerking met andere fondsen wordt ook gezocht naar structurele oplossingen. Janneke Doe geeft een voorbeeld: “We leggen niet zomaar een pleister op de wonde. KNR-PIN is een verlengstuk van het apostolaatswerk van de religieuze instituten. We gaan mee op zoek naar structurele oplossingen voor noden in Kerk en samenleving. Een goed voorbeeld daarvan is de werkgroep vluchtelingen en educatie waarvoor we met andere fondsen een bedrag bij elkaar geschraapt hebben. Die middelen hebben we ter beschikking gesteld aan een kenniscentrum dat gespecialiseerd is in onderwijs van vluchtelingenkinderen, van wie de meeste een taalachterstand hebben en getraumatiseerd zijn of andere psychische problemen hebben. Met dat geld kon speciaal voor die kinderen een leermethodiek worden ontwikkeld. Eigenlijk is zoiets een zaak voor het Ministerie van Onderwijs, maar dat wilde het kenniscentrum niet financieren zolang ze daar niet iets op tafel konden leggen waarvan ze konden aantonen dat het goed werkte. Daarom hebben wij dat project gesteund, als aanjager.” Uiteindelijk heeft de overheid de waarde van dit werk ingezien en deze onderwijsmethode overgenomen.
Lees het hele interview uit Tertio 05-07-2023
Enkele jaren geleden bracht de KNR een brochure uit over het werk van de solidariteitsfondsen ‘Delen is Vermenigvuldigen’