Het ‘voedselbos’ van de clarissen

In het kloosterstadje Megen vormen de zusters clarissen een deel van hun tuin om tot een voedselbos. Dat maakt de bodem beter bestand tegen droogte en zorgt voor een rijkere opbrengst voor hun vegetarische spreads en jams.

‘Veel van wat nu duurzaam heet, deden wij altijd al’

Abrikozen, amandelen, appels, mispels, nashiperen en pruimen, maar ook honingbessen, kersen en dwergkwee, rozemarijn, tijm en hysop – de zusters clarissen in Megen hopen het straks allemaal te kunnen oogsten in hun eigen voedselbos, pal achter de muur rond hun monumentale kloostercomplex.

“Hier stonden eerst oude appelbomen en coniferen”, wijst zuster Rebecca Braun. “Die hebben we in het najaar grotendeels laten weghalen en er nieuwe bomen voor in de plaats geplant. Daaronder staan struiken en daaronder komen binnenkort verschillende soorten kruiden en bodembedekkers.”

Met een expert maakten de clarissen, die dit jaar precies driehonderd jaar in Megen zetelen, een uitgekiend ontwerp voor een eetbare bostuin waarin de soorten elkaar versterken en ongedierte op afstand wordt gehouden. Daarvoor zijn de principes van de permacultuur benut.

“Door te kiezen voor meerjarige gewassen, hoeft er niet steeds opnieuw geploegd en gezaaid te worden”, legt zuster Rebecca uit. “En doordat de bodem voortdurend bedekt is, droogt die ook minder snel uit.”

Een tuin die minder onderhoud vergt was de wens van de zestien zusters die het klooster Sint-Josephsberg bewonen. Allereerst vanwege hun leeftijdsopbouw – de oudste is 94, zegt de jongste (37), die vicares van het bestuur van de communiteit is.

Biodiversiteit

Maar ook willen zij graag meer kunnen oogsten, voor eigen gebruik en voor hun productlijn De Vegetarische Zuster. En last but not least voelen ze zich geroepen om, in de voetsporen van naamgeefser Clara van Assisi (1194-1253) en natuurlijk Franciscus (1181-1226), goed te zorgen voor het stukje schepping dat hun is toevertrouwd.

“Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster moeder aarde die ons voedt en leidt, en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten” – deze regel uit Franciscus’ Zonnelied staat niet voor niets op het etiket van de spreads en jams die ze uitbrengen onder het label De Vegetarische Zuster.

“We hadden altijd al een groene tuin waar niet gespoten werd”, zegt zuster Rebecca. “Door er nu deels een bos van te maken, zorgen we ervoor dat de bodem ook beter bestand is tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte. Bosgrond kan daar veel beter mee omgaan. En het is goed voor de biodiversiteit.”

Het effect daarvan merkten de zusters al in hun moestuin: sinds ze bijen houden, is de oogst daar veel beter. Die moestuin blijft, net als de kruidentuin en de bloementuin van zuster Paula. “Het moet hier wel een tuin blijven”, stelt zuster Rebecca. “Wij komen verder weinig buiten, dus we willen hier lekker kunnen wandelen, zitten en mediteren.”

Voor de aanleg van het voedselbos ontvangen de zusters een financiële bijdrage van het programma Space for Grace van de stichting Porticus, dat zich richt op het vitaliseren van geloofsgemeenschappen. Waar de hostiebakkerij al sinds 1766 een inkomstenbron voor het klooster is, zijn daar enkele jaren geleden de kruidentheeën (‘Pluk de stilte’) en de spreads en jams bij gekomen.

Eerst maakten de zusters deze producten alleen voor eigen gebruik, maar enthousiaste gasten brachten hen op het idee om ze te vermarkten. Dat bood de zusters ook een kans hun boodschap uit te dragen, zo beseften ze. Want hoewel de extra inkomsten hard nodig zijn om de exploitatie rond te krijgen en het gebouw te verduurzamen, doen ze nooit iets alleen voor de centen, zegt de vicares. “Het moet wel bij ons passen.”

Duurzame keuzes

Sober leven en zuinig zijn op de schepping is voor de zusters niet nieuw, benadrukt ze. “Tegenwoordig heet dat duurzaam, maar heel veel deden wij altijd al.” Wel is de gemeenschap er de laatste jaren bewuster mee bezig om die levensstijl ook onder woorden te brengen, voor zichzelf en voor de buitenwereld. Daaruit vloeit ook de keuze voort om weer uitsluitend vegetarisch te eten. Vleesconsumptie heeft veel impact op het milieu en past niet bij een eerlijke voedselverdeling, menen ze.

“Armoede en zusterschap, met alles en iedereen, zijn onze kernwoorden”, aldus zuster Rebecca. “Als ik iemand tegenkom die armer is dan ik, krijgt hij mijn mantel, zegt Franciscus. Ieder surplus, alles wat ik mezelf toe-eigen over de ruggen van broeders en zusters elders, is van een ander.”

“Als ik door de tuin loop, besef ik dat ik zelf ook een schepsel ben. Wij zijn niet van onszelf. We hebben veel macht, maar ook veel verantwoordelijkheid. Dat wordt nog wel eens vergeten.”

 

Pauline van Kempen

Dit artikel verscheen eerder in het Katholiek Nieuwsblad in de reeks groene kloosters.

 

Meer informatie: Zusters Clarissen Megen