Franciscaanse kloostertuin wordt stadsoase

Pater Roland Putman in de tuin van Stadsklooster San Damiano
Pater Roland Putman in de tuin van Stadsklooster San Damiano. Foto: Pauline van Kempen

In het voormalige kapucijnenklooster aan de rand van de Bossche binnenstad begonnen enkele franciscanen, clarissen en seculieren drie jaar geleden het Stadsklooster San Damiano. De grote kloostertuin vormen zij nu om tot een oase voor mens en dier.

Stadsklooster San Damiano

De tuincommissie heeft net vergaderd in een van de vroegere ‘werkhuizen’ op het kloosterterrein. Het is de maandag voor de eerste officiële openstelling van de kloostertuin: belangstellenden zijn in het zomerseizoen elke tweede zaterdag van de maand welkom om te wandelen in het bos en zich te verwonderen over de bloemen en de bijen, de kippen en de eekhoorns en het geluid van de specht.

Best spannend, beaamt broeder Roland Putman. Maar dit is wel wat de nieuwe bewoners van Stadsklooster San Damiano, nabij het centrum van Den Bosch, graag willen. “En we hebben al enkele vingeroefeningen gehad: zomergasten, een adventsmarkt en een paasviering voor daklozen. Er moeten nog ergens tien eieren liggen.”

Het gesloten bolwerk dat het kapucijnenklooster altijd was, gooit de deuren steeds vaker open. In 2018 werd het complex, dat te groot werd voor de veertien kapucijnen die er toen nog woonden, verkocht aan de franciscanen. Die doopten het om tot Stadsklooster San Damiano, naar de kapel nabij Assisi waar Franciscus zijn roeping gewaar werd en Clara haar klooster begon.

Nieuwe bewoners

De nieuwe bewoners zijn allen volgelingen van Franciscus en Clara, maar behoren tot verschillende ordes: minderbroeders, zusters clarissen, en seculieren. Hun gemeenschappelijke droom is om duurzaam te leven en iets voor de stad te betekenen, vertelt broeder Roland. Die droom krijgt gaandeweg vorm. “We zijn pas op dag vier van de schepping”, zegt broeder Rangel Geerman.

In dit geval begon de schepping met aandachtig kijken en luisteren: waar heeft de stad behoefte aan, wat is er al en wat kunnen wij bieden? En zo worden er inmiddels vergaderruimtes verhuurd, heeft het Straatpastoraat hier onderdak gevonden, is er maandelijks een Engelstalige Mis voor expats en studenten en kunnen daklozen aan de poort een coffee-to-go krijgen, om maar wat voorbeelden te noemen.

“Niet het klooster is onze wereld, maar de wereld is ons klooster”, zei Franciscus. “Daarom gaan we ook naar buiten”, zegt broeder Roland, die tevens pastoor is in de Bommelerwaard. “Onderweg voeren we gesprekken met mensen. En als we bidden, staan de kerkdeuren open, zodat de geluiden van de stad naar binnen komen en ons gebed over de stad uitwaaiert.”

Ook de kloostertuin heeft de stad iets te bieden, geloven ze. Het is een oase van rust die weldadig kan zijn in een tijd en plaats waar rust soms ver te zoeken is. “Die weldaad willen wij delen met andere mensen”, zegt zuster Beatrijs Corveleyn. “Daarmee kunnen we tegelijk iets van onze spiritualiteit laten zien.”

Dat gebeurt heel concreet met een meditatieve wandeling, die zij samen met zuster Elisabeth Luurtsema bedacht. Bezoekers kunnen met een audiotour of een boekje op twaalf verschillende plekken in de tuin kennismaken met Franciscus en Clara van Assisi en Elisabeth van Thüringen.

Zuster Elisabeth noemt als voorbeeld de composthoop. “Die kan een afkeer oproepen. Daarbij hoort het verhaal van Franciscus en de melaatse, waar het bittere zoet wordt.” Met reflectievragen worden de wandelaars aan het denken gezet over hun eigen leven. De tuin is een halve hectare groot is en bestaat voor een belangrijk deel uit bos. Uiteindelijk willen de bewoners er een ‘belevingsbos’ van maken, in combinatie met een voedselbos waarin vooral voor dieren volop voedsel te vinden is, legt zuster Elisabeth uit. “En wij snoepen wat mee.”

Daarvoor heeft de tuincommissie een plan gemaakt dat uitgaat van wat er is, maar ook ruimte schept voor inheemse fruit- en notenbomen, bessenstruiken, klein fruit en kruiden. De monumentale platanen, esdoorns en linden blijven staan, veel coniferen, heesters en zaailingen worden stukje bij beetje verwijderd.

De vijf kloosterlingen die de commissie vormen, zijn elk verantwoordelijk voor een stukje tuin, maar hoeven niet alles zelf te doen. Ze krijgen hulp van vrijwilligers die zich spontaan meldden tijdens de lockdown en, via de Stichting Loods, van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Een win-win-situatie’, zegt zuster Beatrijs. “Wij profiteren van hun werk en zij zijn blij dat ze een plek hebben.”

Ook dat, meent broeder Roland, is spiritualiteit. “Sommigen komen in de tuin en de kerk, anderen zijn niet zo kerkelijk maar bloeien op in de tuin. Dat is heerlijk om te zien. Er zijn zo veel manieren waarop God mensen raakt.”

 

Pauline van Kempen

Dit artikel verscheen eerder in het Katholiek Nieuwsblad in de reeks groene kloosters.

 

Meer informatie: Nederland | Minderbroeders Franciscanen