Zuster Maria Esperanza. Ben je bereid God lief te hebben tot het uiterste?

Zuster Maria Esperanza en haar zus, beiden Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará
Zuster Maria Esperanza en haar zus

Zuster Maria Esperanza is afkomstig uit Argentinië. Ze is lid van de Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará en moeder overste van de gemeenschap in Heiloo, op het terrein van het Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo. 

Het zal u misschien verbazen. Maar ik heb mijn leven aan God toegewijd toen ik elf jaar was. Elf?!!! Hoe kan ik met elf jaar intreden? Nou…, dat is het werk van God geweest en niet van mij. Ik wist niet precies wat mij te wachten stond, maar voelde heel diep in mij dat er Iemand was die mij vroeg om iets groots te doen met mijn leven. Hij zei mij toen ik het klooster binnenkwam: “Hier moet je blijven, ik wil je hier hebben.” Er klonk geen donder, er was ook geen bliksem. Ik viel niet van een paard, net als Paulus of zo iets. Maar het was ongelooflijk duidelijk dat ik in dat klooster verder moest groeien.

En de jaren gingen voorbij. Met Gods genade heb ik mijn geloften afgelegd, en elke dag probeer ik ze na te leven. Hoewel het voor mij ook soms moeilijk is te begrijpen waarom God mij gekozen heeft om deze weg te gaan, weet ik zeker dat ik niet met eigen krachten het leven kan leiden waarvoor een religieus geroepen wordt. Elke dag opnieuw vroeg opstaan, bidden, de Bijbel lezen, strijken, wassen, voorbereidingen treffen voor allerlei soorten activiteiten die heel spannend en leuk kunnen zijn; om ons vervolgens weer in het gebed te werpen en God te danken voor de dag en de volgende dag hetzelfde te doen… Het kan een beetje als een routine klinken, maar als je kijkt met de ogen van liefde is het niet zo.

Een roeping van liefde

De roeping die alle religieuzen gekregen hebben, is een roeping van liefde. Elk van ons wordt geroepen om God lief te hebben met heel ons hart; om de liefde van God te verkondigen, het Woord dat verlossing brengt. Dat doen wij met de lessen die wij geven, kampen, kinder- en tienergroepen, noem maar op. Maar vooral met ons ‘zijn’, het Zijn waar ik voor geroepen ben. Hij heeft mij op een speciale manier geroepen om bij Hem te zijn.

Ik kan mij heel goed vinden in de woorden van de Schrift: “Kijk maar eens, broeders en zusters, wat jullie zelf voor mensen waren toen God jullie riep. Niet veel van jullie waren heel wijs of belangrijk op de menselijke manier. Nee, jullie waren maar heel gewone mensen. Want wat de ongelovige mensen belachelijk vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de wijsheid van mensen. En wat de ongelovige mensen zwak vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan wat de mensen sterk vinden. En de dingen die de ongelovige mensen onbelangrijk en waardeloos vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de dingen die de mensen zo belangrijk vinden. Zo kan dus niemand bij God over zichzelf opscheppen. Want alles wat we nu zijn, hebben we alleen aan Hem te danken. Want alleen door Jezus Christus hebben we nu Gods wijsheid. En alleen dankzij Hem zijn we vrijgesproken van schuld en zijn we gered. Alleen door Hem horen we nu bij God. Daardoor is het waar wat er in de Boeken staat: “Als iemand zo graag trots wil zijn, laat hij dan trots zijn op de Heer en niet op zichzelf.” (1 Kor. 1,26-31)

Alles doe ik voor God, en elke ochtend bij het opstaan smeek ik vurig Zijn genade om in Zijn liefde te blijven. Om de vurigheid van die liefde niet te doven, door welke omstandigheden dan ook. Wil je mij helpen? Bid voor mij… en dat God arbeiders stuurt voor de oogst. En jij: Ben jij bereid God lief te hebben tot het uiterste?