Pater Fons Eppink mhm: de missionaris en de monnik

pater Fons Eppink mill hill

Pater Fons Eppink is missionaris van Mill Hill. Als missionaris woonde en werkte hij jarenlang voornamelijk in Afrika. Later werd hij lid van het generaal bestuur van de congregatie en bezocht vele medebroeders over de hele wereld.

Van monnik tot missionaris

Gedragen door een verlangen naar stilte en voortgaande verkenning van mijn eigen diepste binnenkant, was ik deze zomer een zestal dagen te gast in de Trappistenabdij van Westmalle in België. Een medegast maakte me attent op een uitgebreide geschiedenis van deze abdij, ter inzage in de gastenbibliotheek. Dat moest ik zien, want ik wist dat monniken van Westmalle in lang vervlogen dagen een stichting waren begonnen in de regio van Congo waar ik zelf een aantal jaren als missionaris heb mogen werken. En jawel hoor: al grasduinend viel mijn oog op een hoofdstuk met de titel ‘Missionerende Abdij’. In geuren en kleuren werden de wederwaardigheden van dit missionaire avontuur uit de doeken gedaan. Over hoe het was begonnen: de bijna bovenmenselijk moeilijke omstandigheden ten tijde van Leopold II’s Congo-Vrijstaat. En over hoe het eindigde 25 jaar later: met de toetreding van bijna de voltallige groep daar werkzame monniken – ze hadden ondertussen een hele reeks missieposten opgezet – tot de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart (MSC). Actieve missionaire inzet kreeg de voorkeur boven een monastiek contemplatieve aanwezigheid.

Het lezen van dit relaas bracht me als vanzelf bij de vraag die me is voorgelegd: ‘Waar gaat het u als broeder, zuster, missionaris om in uw religieus leven?’

Van missionaris tot monnik?

Zoals elke missionaris van mijn generatie – ik ben 78 – heb ik jarenlang actief als missionaris mogen werken (voornamelijk in Afrika) in het basispastoraat, onderwijs, de eigen missionaire opleiding en – op bezoek bij collega’s als lid van het hoofdbestuur – als bevoorrechte waarnemer van onze eigentijdse ‘handelingen van de apostelen’. Hoogtepunt daarbij was ongetwijfeld de ervaring, in Congo, van de overgang van een door buitenlandse missionarissen aangestuurde kerk, naar een bruisende gemeenschap met een eigen Afrikaans gezicht. Meer en meer ben ik, al wandelend in ‘Gods wijngaard’, gaan inzien dat de Geest altijd al actief aanwezig is, overal, lang voor de komst van welke missionaris dan ook. Overal is heilige grond. De trage blik van een contemplatief hart ontwaart een aanwezigheid.

Sinds een tiental jaren terug in Nederland blijf ik met verwonderde ogen speuren naar tekens van de altijd verborgen Aanwezige in ons geseculariseerde landschap. Een missionaire uitdaging zonder weerga. Mijn huidige taak als beheerder van een dagelijks blog op de website van de Mill Hill Missionarissen houdt me alert op ontwikkelingen in kerk en samenleving wereldwijd (www.millhillmissionaries.com).

Met het voortschrijden der jaren groeit ook het verlangen naar stil verwijlen, om zo de openheid te scheppen voor wat zich aandient, maar niet zomaar voorhanden is. Een contemplatief oog en een luisterend oor voor het Geheim dat ons omringt. Zo leven dat de wereld waarin ik leef, met de anderen een gezicht krijgt waarin mensen het gelaat van God kunnen ontwaren. Is dat de ultieme opdracht van de missionaris – monnik in mij?

Paus Franciscus zegt het zo: “Jullie zijn missionarissen: als je wilt dat je missie echt vruchtbaar is, kun je je missie niet scheiden van contemplatie en een leven van intimiteit met de Heer. Als je getuige wilt zijn, kun je niet ophouden aanbidders te zijn.”