Op dinsdag 20 juni zal bisschop De Korte het proces van eerbiedwaardig- en zaligverklaring rond broeder Everardus Witte (Hoorn, 1868 – Megen, 1950) officieel heropenen. Tijdens een plechtige bijeenkomst in Stadsklooster San Damiano beëdigt hij de kerkelijke rechtbank, de historische commissie en de vicepostulator.
Kerkelijke rechtbank
De kerkelijke rechtbank, bestaande uit plebaan Vincent Blom (als bisschoppelijk gedelegeerde), Tilburgs Studentenpastoor mr. drs. Lic. Michiel Peeters fscb (als promotor iustitiae, letterlijk ‘bevorderaar van de gerechtigheid’; de kerkelijke variant van de officier van justitie) en Ronald Valk (als notulist, vanwege zijn ervaring bij zaligverklaringsprocessen en zijn beheersing van het Italiaans). De kerkelijke rechtbank zal het waarheidsgehalte van alle documenten en getuigenissen toetsen.
Historische commissie
De historische commissie zal bestaan uit emeritus-professor dr. Jozef Wissink, pr. (theoloog), prof. dr. Paul van Geest (kerkhistoricus) en Richard de Visser (historicus). Deze commissie is verantwoordelijk voor een historisch overzicht vanaf 1971 – het jaar waarin het proces gepauzeerd werd – tot nu van alles wat rond en/of op voorspraak van broeder Everardus is gebeurd. Belangrijk daarbij is het horen van getuigen. En ook telt alle ter zake doende documentatie over het leven en de deugden van broeder Everardus mee.
De vicepostulator is broeder Ben van Bronkhorst ofm. De vicepostulator vormt de lokale rechterhand van de postulator (broeder Giovangiuseppe Califano ofm) die in Rome woont. De (vice-)postulatoren zijn de ‘advocaat’ van de kandidaat-zalige. Broeder Ben van Bronkhorst ofm is benoemd door zijn overste, minister-provinciaal Theo van Adrichem ofm. Bevestiging van de bisschop is echter nodig omdat een zaligverklaringsproces altijd onder de verantwoordelijkheid gebeurd van het bisdom waar de kandidaat-zalige gestorven en begraven is. Megen, gemeente Oss, valt onder het bisdom ’s-Hertogenbosch.
Tijdelijke stopzetting
Het proces is in 1971 formeel gepauzeerd. De brief met het motief daarvoor, die toenmalig minister-provinciaal van de Nederlandse minderbroeders franciscanen in 1971 naar Rome stuurde, gaf “de tijdsgeest” als reden. Een zaligverklaring werd door de broeders tot teleurstelling van het bisdom en ‘Rome’ ‘uit de tijd’ gevonden. Katholiek Nederland lag in de jaren ’60 vaker niet op één lijn met Rome. Bij het pauzeren van het proces – er is bewust voor gekozen het proces niet stop te zetten – werd vermeld dat er gehoopt werd dat een nieuwe generatie het proces zou willen voortzetten. Die generatie is er nu dus gekomen.
Wie was broeder Everardus Witte?
Broeder Everardus Witte werd als Jan Witte 25 juli 1868 in Hoorn geboren in het katholieke gezin van Jan Caspar Witte en Cornelia Wahlen. Hij groeide op in Alkmaar, nadat vader Brouwerij ‘De Burg’ kon overnemen. De familie behoorde tot de gegoede middenstand, was kerkelijk en maatschappelijk zeer betrokken. Vader zat in de gemeenteraad en richtte op wat we nu een voedselbank zouden noemen.
Twee pogingen van Jan om priester te worden (via het bisdom en via de franciscanen) mislukten. Daarop trad hij in als lekenbroeder bij de franciscanen. In Megen woonde hij bijna 50 jaar. Als portier werd vooral bekend door zijn luisterend oor en zijn vele bidden. Dat leverde hem de bijnamen ‘het heilig Bruurke (broedertje) van Megen’ en ‘het levend gebed’ op. Na zijn dood op 22 december 1950 bleven vele mensen zijn graf bezoeken, zodat er al in 1954 een grafkapel werd gebouwd. Toen begon ook het zaligverklaringsproces, dat na in 1971 gepauzeerd te zijn, nu hervat wordt.
Bron: bisdom ‘s-Hertogenbosch