Het kloosterleven kent in Brabant een lange geschiedenis. In de provincie staan 450 gebouwen die als klooster dienst hebben gedaan. Momenteel zijn nog ruim zestig kloostergemeenschappen actief. In 2021 vieren vier kloostergemeenschappen in Brabant hun jubileum, wat aanleiding is voor het Kloosterjaar. De orde van Norbertijnen in de Abdij van Berne viert het oprichten van de orde negenhonderd jaar geleden. De Norbertinessen van Sint-Catharinadal vieren het 750-jarig bestaan van hun orde. De Kruisheren in klooster Sint Agatha staan stil bij de oprichting van hun orde 650 jaar geleden en de kloostergemeenschap van zusters Clarissen uit Megen bestaat dit jaar 550 jaar en zijn 300 jaar gevestigd in Megen. Deze en andere kloostergemeenschappen hebben de afgelopen eeuwen hun stempel gedrukt op de Brabantse samenleving, met name op het gebied van zorg en onderwijs.
Vanuit deze erfgoedgedachte ondersteunt de Provincie Noord-Brabant de organisatie van het Jaar van het Brabants Kloosterleven met onder meer activiteiten, publicaties, (digitale) bijeenkomsten en Ons Kloosterpad, een 330 kilometer lange wandelroute langs vijftig kloostergebouwen.
Uitzending voor iedereen
Tijdens de uitzending vanuit de kloosterkerk van Sint Agatha zijn er onder meer interviews met verschillende religieuzen te zien en wordt verteld over de geschiedenis van het kloosterleven in Brabant. Als symbolische start van het Jaar van het Brabants Kloosterleven ontsteekt een van de kloosterlingen op verzoek van de Koning een kaars. Vervolgens kunnen alle digitaal aanwezige gasten een kaars aansteken en wordt het teruggeplaatste Mauritsraam in de kloosterkerk gepresenteerd. Na de uitzending spreekt Koning Willem-Alexander in beperkte kring online met onder meer vertegenwoordigers van de vier jubilerende kloosterorden.
Mauritsraam
Het Mauritsraam is een gebrandschilderd raam dat tussen 1612 en 1618 is vervaardigd. Het is een geschenk van prins Maurits aan de Kruisheren geweest voor hun kloosterkerk. Het is een zeer uniek raam; nergens in Nederland is een protestantse prins afgebeeld op een raam in een katholieke kerk, en zeker niet op zo’n bijzondere plaats, namelijk achter het hoogaltaar. In 1874, schenken de Kruiseheren na langdurig aandringen van architect Cuypers het raam aan het Rijksmuseum ‘op den vooravond van het zilveren jubeljaar van Zijne Majesteit Willem III’, op voorwaarde dat de schenkers vermeld worden. De ironie wil dat de vasthoudendheid van Cuypers ertoe heeft geleid dat het raam in 2020, na ruim 140 jaar, weer in de kloosterkerk teruggeplaatst kon worden, want zonder de verhuizing naar het Rijksmuseum was het zeker verloren gegaan bij de brand in de kloosterkerk in 1944.