Zo worden diensten genoemd die je aan iemand in nood verleent uit liefde tot God. Er zijn lichamelijke werken en geestelijke werken. De lichamelijke werken worden genoemd in het evangelie volgens Matheus (25:35-37). Het zijn: de hongerigen eten geven, aan hen die dorst lijden te drinken geven, naakten kleden, vreemdelingen gastvrijheid verlenen, zieken bezoeken, gevangenen verlossen. Het begraven van de doden wordt in Mt 25:35-37 niet genoemd. Dit goede werk, dat in de dagen van de pest in de Middeleeuwen bijzondere nadruk kreeg, wordt in verband gebracht met het boek Tobit, waar de zorg voor de overledenen speciale aandacht krijgt (Tob 14:9, 11-13).
Tot de geestelijke werken behoren: zondaars vermanen, onwetenden leren, raad geven in moeilijkheden, bedroefden troosten, onrecht ondergaan, beledigingen vergeven, voor elkander bidden.
Paus Franciscus heeft enkele jaren geleden een achtste werk van barmhartigheid toegevoegd: Zorg voor de Schepping.