Afscheid Pierre Humblet met studiemiddag over toekomst religieus leven

Pierre Humblet
Pierre Humblet

‘Zie, iets nieuws ga ik beginnen’. Dat was de titel van de studiemiddag over toekomst religieus leven, die KNR en het Titus Brandsma Instituut (TBI) organiseerden ter gelegenheid van het afscheid van Pierre Humblet. In 1986 begon hij bij het Titus Brandsma Instituut met herbronningsprojecten voor verschillende religieuze ordes en congregaties. In 1999 werd hij gevraag als secretaris van het toen nog zelfstandige Samenwerkingsverband Nederlandse Priester Religieuzen (SNPR) dat later opging in de KNR. Al snel verschoof het zwaartepunt van de de werkzaamheden van Pierre Humblet naar aandacht voor roeping en vorming. Hij was initiatiefnemer van het Huis van de Roeping. Eind 2021 ging hij met pensioen, maar vanwege de coronamaatregelen moest het afscheid uitgesteld worden tot 7 april 2022.

Titus Brandsma

Tijdens de studiemiddag keken enkele sprekers naar religieus leven vandaag de dag vanuit de spiritualiteit van twee aanstaande heiligen. Op 15 mei worden zowel de pater karmeliet Titus Brandsma als Charles de Foucauld, naast nog enkele anderen, heiligverklaard in Rome. Bij beiden komt naar voren dat de balans tussen actie en contemplatie een belangrijk aspect is.

Inigo Bocken van het Titus Brandsma Instituut keek naar religieus leven vanuit Titus Brandsma. Hij begon zijn verhaal echter met enkele woorden over Pierre Humblet. In zijn werk was Pierre steeds aanwezig op een scharnierpunt van mensen. Hij heeft veel mensen zien gaan en komen die iets nieuws wilden beginnen. Hij heeft hen begeleid bij het vinden van een lichaam voor de ziel die zoekt zonder te weten waar het zou eindigen. Religieus leven begint steeds opnieuw bij iedereen die een verlangen heeft en dit durft te volgen.

Titus Brandsma was een vernieuwer, binnen de karmelorde. Religieus leven was voor hem ‘contemplatio in acto’. Het gaat niet alleen om het handelen, maar de bezinning en de contemplatie zijn wezenlijk onderdeel van het religieuze leven. Inigo Bocken stelde daarom ook dat de laatste decennia in het religieuze leven de focus wellicht te eenzijdig op de actie heeft gelegen. Voor Titus Brandsma waren studie en gebed wezenlijke onderdelen.
Daarnaast stelt Bocken dat we ons niet blind moeten staren op de kwantiteit van het hedendaagse religieuze leven. Het gaat om de kwaliteit van het religieuze leven. Waar een religieus is, is religieus leven.

Charles de Foucauld

Vervolgens sprak Gerard Moorman, medewerker van de KNR, over Charles de Foucauld. Hij vertelde in het kort zijn bewogen en avontuurlijke levensverhaal. Het verhaal van De Foucauld kan in de ogen van de huidige maatschappelijke normen worden gezien als een mislukking. Hij wilde een congregatie stichten, maar zijn leven eindigde eenzaam in de woestijn, zonder volgelingen. Toch is het een verhaal van hoop en een nieuw begin. Enkele decennia na zijn dood, inspireerde het levensverhaal van Charles de Foucauld een kleine groep mensen zodanig dat zij hem gingen navolgen. Vandaag de dag zijn er twaalf congregaties die leven volgens de spiritualiteit van Charles de Foucauld en nog een aantal lekengemeenschappen. Het gaat om de spiritualiteit van de presentie. Het nabij zijn van mensen in vriendschap. De nadruk ligt op het zijn en niet zozeer op het doen.

Gerard Moorman noemt vanuit die spiritualiteit van Charles de Foucauld drie uitdagingen voor het hedendaagse religieuze leven:

  • De groeiende kloof tussen rijk en arm: in alle crises blijkt dat de kwestsbaren daar het het meest onder te lijden hebben. De paus noemt onverschilligheid het grote kwaad in deze tijd. Hoe kunnen wij, als religieuzen, er voor zorgen dat we blijven omzien naar mensen en op ooghoogte blijven spreken met iedereen.
  • De botsingen tussen culturen en religies. Enerzijds is er sprake van enorme globalisering, anderzijds zien we groeiend verzet tegen migratie. Van Charles de Foucauld en ook van Franciscus van Assisi kunnen we leren van hun ontmoetingen met de ander, met mensen van andere culturen en religieus. Zij hadden respect voor hen. We kunnen van elkaar leren. We moeten over grenzen durven gaan.
  • de vraag hoe we in deze roerige tijden geworteld kunnen blijven in ons geloof. Voor Charles de Foucauld was contemplatie belangrijk. de ontmoeting met de arme stond voor hem gelijk aan de ontmoeting met christus in de eucharistie. Hoe kunnen we zorgen voor een goede balans in actie en contemplatie.

Forumdiscussie

Na deze inleidingen gaven zuster Esther van de Vate, zuster Christella Warini en zuster Catharina Al een korte reactie op de twee inleidingen. Esther van de Vate refereerde aan de zorg voor kwaliteit van het religieuze leven. Hierin zei ze, als oud-collega van Pierre Humblet, veel van hem te hebben geleerd. Het is belangrijk te blijven reflecteren. Het proces van het bij de tijd brengen en van de herbronning is nog niet af. In het Huis van de Roeping, opgezet door Pierre, is het ook belangrijk om op ooghoogte te blijven spreken met de zoekenden die daar aankloppen. De vragen die we aan hen stellen, moeten we ook voortdurend aan onszelf blijven stellen.

Zuster Christella noemt het verlangen dat in mensen leeft een goede basis voor het gesprek. Ieder mens heeft een verlangen om goed te leven. Dat verlangen noemt zij God, maar anderen noemen dat wellicht anders. Dat maakt niet uit, het verlangen verbindt. We moeten ruimte maken voor de ander, zodat zij tot wasdom kunnen komen. Zoals wij ooit allemaal ruimte kregen in de baarmoeder om te groeien naar iets nieuws, zo moeten wij een baarmoeder voor anderen zijn en een veilige omgeving bieden aan anderen om tot groei te komen.

Zuster Catharina benadruk die veiligheid bij de vorming van nieuwe, jonge religieuzen. Ze ziet daar ook een taak van de KNR en van de religieuze instituten om te zorgen dat zoekenden veilig die zoektocht kunnen gaan en hun roeping kunnen ontdekken en daarin gevormd kunnen worden. In deze tijd waarin instituten kleiner worden is het nodig dat we daarvoor meer samenwerken. Er moet meer gekeken worden naar wat de zoekenden nodig hebben en instituten zullen zich daar meer naar moeten voegen.

Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat we niet meer moeten spreken over de toekomst van het religieuze leven. De toekomst is nu. Het heden is het uitgangspunt. Het gaat erom wat we vandaag uitstralen. We zijn kleiner en staan als religieuzen vaak met lege handen. We worden in nu steeds meer teruggeworpen op ons charisma.

Reactie Pierre Humblet

Tot slot was het woord aan Pierre Humblet. Hij benadrukte dat de ‘ik’ in ‘Zie, iets nieuws ga Ik beginnen’,  niet hijzelf is, maar God. Het gaat er niet om wat wij allemaal organiseren mar om wat zichzelf organiseert. Hij heeft in zijn omgaan met zoekenden een aardverschuiving gezien. De aandacht en behoefte aan gebed en contemplatie is veel groter. Het is belangrijk dat zoekenden zichzelf kunnen worden in het verlangen dat God in hen oproept. Daar is een radicale keuze voor nodig.
Tijdens deze middag ging het vooral over de roeping tot religieus leven, maar veel van wat voor de zoekenden en voor religieuzen geldt, geldt ook voor leken. Het verschil zit vooral in de vorm. Religieus leven heeft vooral met de vorm te maken. Het komt op je af en verlokt je om de weg te gaan. Het vraagt van zoekenden een radicaal omdenken.

Dit illustreert hij tot slot met het verhaal van de man die tijdens een wandeling bij een rivier komt. Hij zoekt naar een brug om over te kunnen steken, maar vindt die niet. Tot slot vraagt hij aan een boer aan de overzijde van de rivier. “Hoe kom ik aan de andere kant.” De boer antwoord: “Daar ben je al.”

Na deze reactie van Pierre Humblet volgden nog woorden van dank van Herman Westerink, directeur van het TBI en zuster Monica Raassen, vicevoorzitter van de KNR.

 

Lees het interview met Pierre Humblet vanwege zijn afscheid in het KNR Bulletin

Meer over het TBI

 

Delen