.De afgelopen decennia hebben verschillende religieuze instituten in Nederland buitenlandse medereligieuzen uitgenodigd om hier een bijdrage te leveren aan de missie van hun instituut. Ook heeft een aantal relatief jonge congregaties uit andere delen van de wereld gemeenschappen in Nederland gesticht. Er zijn in Nederland nu rond de 450 buitenlandse religieuzen; ongeveer de helft van hen is van niet-Europese komaf (cijfers uit 2021).
Er zijn veel zaken waar men aan moet denken wanneer men buitenlandse medereligieuzen uitnodigt en ontvangt. Is er genoeg draagvlak en draagkracht om hen te begeleiden? Wat moet er vooraf allemaal geregeld worden aan documenten? Wat zijn de plannen voor de medebroeders of -zusters die naar Nederland komen? Zijn die haalbaar?
Daarom heeft de KNR heeft een vademecum Internationalisering opgesteld ten behoeve van bestuurders van religieuze instituten in Nederland die buitenlandse leden hebben uitgenodigd naar Nederland of dat willen gaan doen. Hiermee wil de KNR relevante informatie en inzichten die de afgelopen decennia zijn opgedaan binnen verschillende religieuze instituten, op overzichtelijke manier beschikbaar stellen.
Ervaringen
In het Vademecum Internationalisering gaat het niet zozeer theoretische kennis, maar vooral om de schat aan ervaringen van de religieuze gemeenschappen. Al gaande hebben instituten, soms door schade en schande, veel geleerd over processen van internationalisering. Het is goed om informatie daarover te blijven delen. Het is tevens goed om te beseffen dat er geen blauwdruk is voor de te volgen koers. Wat voor de ene gemeenschap werkt, werkt niet per se in andere situaties. Internationalisering is mensenwerk. Dit betekent dat de manier waarop dingen verlopen sterk afhangt van de betrokken personen, hun persoonlijkheid, talenten, gaven en beperkingen.
Verschillende aspecten
Het Vademecum gaat in op diverse aspecten waar instituten mee te maken krijgen als ze buitenlandse leden naar Nederland willen laten komen. Zo is het van groot belang vooraf goed over een aantal zaken na te denken. Wat zijn de motieven? Is er draagvlak in de Nederlandse gemeenschap? Hoe selecteer je kandidaten? Een belangrijk hoofdstuk is ook de wet- en regelgeving en procedures rond het aanvragen van verblijfsvergunningen en eventuele werkvergunningen. Verder is er aandacht voor inburgering, niet alleen op het gebied van de Nederlandse taal, maar vooral ook specifiek op het gebied het kerkelijk leven in Nederland. Hoe kunnen zij zich zinvol inzetten in onze kerk en samenleving?
Er is een apart hoofdstuk voor internationalisering in monastieke gemeenschappen en een hoofdstuk rond terugkeer. Het gebeurt immers ook wel eens dat het ondanks alle goede voorbereidingen en inzet geen succesverhaal wordt en de buitenlandse missionaris terug gaat. Ook dat proces moet goed begeleid en afgerond worden. Tot slot is er ook een deel gewijd aan vorming rond en preventie van grensoverschrijdend gedrag.
Voor religieuzen en anderen
Het vademecum is te vinden op de website van de KNR onder informatie voor religieuzen. Het is in eerste instantie ook bedoeld voor religieuze instituten, maar wellicht bevat het ook goede informatie voor bisdommen en parochies die buitenlandse priesters ontvangen.
De hele tekst, met uitzondering van het deel over wet- en regelgeving, is als pdf te downloaden in zowel het Engels als het Nederlands. Omdat de regelgeving aan veel verandering onderhevig is, is gekozen om dit deel alleen op de website te presenteren en daarmee zo actueel mogelijk te houden.