Het komt nogal eens voor dat een medezuster of medebroeder in het ziekenhuis ligt, en de doktoren alleen met familieleden over de toestand willen spreken. Dit is voor oversten een moeilijk te verteren gegeven.
Wettelijk gezien is er maar één oplossing die altijd geldig is, en dat is het levenstestament. In een levenstestament zet elk lid van het instituut of de sociëteit uiteen wat zij of hij wil dat er gebeurt in een situatie dat iemand anders over haar of hem beslissingen moet nemen. Dat kan te maken hebben met wie haar of zijn goederen beheert, of met wie toestemming moet geven voor behandelingen die de doktoren voorstellen. Een levenstestament heeft niet te maken met de periode na het overlijden van iemand, maar met de periode die daarvóór ligt: de laatste fase van het leven.
Levenstestamenten moeten worden vastgelegd door een notaris, voor ieder lid apart. Het kan alleen als het lid op moment van het vastleggen, kan overzien wat zij of hij doet.
Modellen voor levenstestamenten zijn bij de KNR op te vragen.